Waar staat de organisatie? Praktische toepassing van Greiner

Veel organisaties hebben groei als belangrijk element in hun jaarplannen. Dat kan groei in omzet, afzet, winst of bijvoorbeeld het aantal klanten of bereikte mensen zijn. Deze groei moet door de organisatie wel geborgd worden. En dat betekent dat de organisatie zelf ook groeit. En dat heeft weer gevolgen voor hoe je samenwerkt en hoe je dingen organiseert.

In het kort:

  • Veel organisaties willen groeien, qua omzet, afzet, marge, bereik etc
  • Dat heeft consequenties voor hoe er georganiseerd en gestuurd wordt
  • Hier lopen veel organisaties ‘klem’ waardoor er irritaties, frustraties en werkstress ontstaan
  • De bedrijfskunde biedt bruikbare handvatten om de organisatie mee te laten groeien

Groei

Veel organisaties hebben linksom of rechtsom een groeidoelstelling. Groei in omzet (in €), afzet (aantal verkochte eenheden), rendement (€ onderaan de streep), aantal bereikte mensen (bijvoorbeeld met de boodschap die de organisatie te vertellen heeft), etc. Deze wens tot groei kan een aantal achterliggende redenen hebben, zoals:

  • Ter dekking van hogere kosten door het stijgen van kosten voor materialen en personeel. Of simpelweg ter dekking van hogere lasten door inflatie
  • Omdat een bepaalde omvang en marktaandeel nodig zijn om te overleven in de markt
  • Voor het realiseren van schaalvoordelen en leereffecten
  • Om meer aandeelhouders waarde te creëren
  • Omdat de organisatie een boodschap uit te dragen heeft die meer mensen moeten horen

Er is dus een veelheid aan redenen waarom organisaties willen groeien. Redenen die allemaal legitiem zijn en bedrijfskundig logisch, verstandig en verklaarbaar.

De organisatie moet meegroeien

Een gevolg van deze groeidoelstelling is dat niet alleen de opbrengstenkant van de organisatie groeit (omzet, afzet, bereik), maar ook de organisatie zelf. Je hebt namelijk wel mensen, machines en middelen nodig om die grotere omzet, afzet en bereik waar te maken. En met deze groei van de organisatie neemt de complexiteit van de organisatie toe.

Vaak betekent dit dat de organisatie zichzelf opnieuw uit moet vinden en op een andere manier georganiseerd moet worden. Gebeurd dat niet dan nemen wrijvingen, irritaties, frustraties en werkstress toe. Mensen zijn niet goed geïnformeerd, nieuwe doelen die de directie stelt willen niet ‘landen’ op de werkvloer en verschillende afdelingen lijken hun eigen bedrijfje te zijn gestart en nemen zelf hun beslissingen. Los van de rest van de organisatie en zonder oog te hebben voor wat er in de rest van de organisatie speelt.

Groeifasen en groeipijnen

De bedrijfskunde heeft dit fenomeen van groeiende organisaties uitvoerig onderzocht en er zijn verschillende visies op hoe je zo’n groei kunt faciliteren. Al deze visies zijn het in ieder geval over eens dat je de samenhang tussen onderdelen van de organisatie in stand moet houden. Door de structuur, door de arbeidsdeling en samenhang van doelen, door coördinatiemechanismen en door leiderschap.

Het denken van Greiner

Als we het hebben over groeifasen en groeipijnen van organisaties en hoe je daar mee om moet (of kunt) gaan als organisatie, dan is het model van Larry Greiner het meest bekend. Het groeifasen model van Greiner is dan ook in alle bedrijfskundige opleidingen verplichte stof.

Toch bestaan er over hoe het model van Greiner in de praktijk toe te passen nog veel onduidelijkheden. Met alle gevolgen van dien.

0/5 (0 Reviews)
0/5 (0 Reviews)
Deel dit artikel:
50%

Je bent er bijna… Nog even je gegevens invullen

 

 

dit veld niet invullen s.v.p.
Ook wij haten SPAM! Jouw gegevens zijn veilig bij ons!

Meer weten over onze Fast Track opleiding?